In zijn film 'Karakter' heeft regisseur Mike van Diem belangrijke ingrepen gedaan in Bordewijks romanverhaal. Zo heeft hij het slot ingrijpend veranderd. August Hans den Boef vindt dat Van Diem in diverse interviews, o.a. in het gesprek met Onno Blom in Trouw van 12 april, te stellig suggereert dat die ingrepen onontkoombaar zijn voor het medium film. De auteur is letterkundige en docent aan de Hogeschool van Amsterdam.
Daaraan moest ik denken toen ik de film Karakter van Mike van Diem zag. Iemand die de roman van Bordewijk verfilmt, staat voor verschillende problemen. Van de locaties uit 1938 bestaat vrijwel niets meer. Verder is het boek een standenroman, bezien door de bril van iemand die zich destijds tot de elite rekende. Wat doe je met zo'n visie anno 1997?
Een regisseur mag van mij heel ver gaan om zulke problemen op te lossen. Als hij het aantal personages wil beperken, prima. Ate de Jong deed dat met succes bij de verfilming van Maarten 't Harts Een vlucht regenwulpen (1981). Gaat het om een sfeer en een gevoel in een tekst die niet in film zijn om te zetten, laat de regisseur dan uitgaan van zijn filmische middelen om die sfeer te vinden. Zo deed Jos Stelling het in 1986 met De wisselwachter van Jean-Paul Franssens. Bevat een roman interessante dialogen, maar is het verhaal ongelofelijk saai? Frans Weisz' verfilming van Voskuijls Bij nader inzien (1991) voorzag de roman van een naleven, veertig jaar later. Ook hier werd een smaakvolle oplossing voor een probleem gevonden.
Natuurlijk zijn er puristen die roepen dat zo het boek geweld is aangedaan. Dat zijn kniesoren die niet van film houden. Wel hebben ze het gelijk aan hun kant als de regisseur veranderingen aanbrengt die niets met de problemen te maken hebben en de thematiek van het boek vernietigen om de film wat meer spectaculair te maken, zoals in Het bittere kruid (1985) van Kees van Oostrum naar Marga Minco's roman.
De getrouwe verfilming van Karakter die de Avro in 1971 als tv-serie uitzond, loste niet alle problemen op en kreeg daardoor iets stijfs en saais, zelfs iets bekrompens, ondanks de uitstekende cast met onder anderen Ko van Dijk, Lex van Delden, Andrea Domburg, Coen Flink en vooral Anne-Wil Blankers.
Mike van Diem koos twee oplossingen: hij verwerkte de novelle Dreverhaven en Katadreuffe in zijn scenario en fantaseerde er veel bij, waaronder een volledig nieuw slot. Anders geformuleerd: met de verhaalgegevens uit de novelle blies hij de roman Karakter op.
Op papier klonk het aardig: Dreverhaven en Katadreuffe, de voorstudie voor Karakter uit 1928, heeft immers een aantal sterke kanten. Alles concentreert Bordewijk hier op de relatie tussen deurwaarder Dreverhaven en zijn bastaardzoon. Er is geen moeder Joba, geen vriend Jan Maan die de aandacht afleidt en het hele advocatenkantoor Stroomkoning inclusief Lorna te George ontbreekt. Katadreuffe is maatschappelijk ook meer een outcast: hij heeft een maand gezeten wegens verduistering en vervult een onaanzienlijke functie op een bankkantoor. Dreverhaven daagt hem uit, licht vervolgens zijn werkgever in aangaande de gevangenisstraf en geeft de ontslagen Katadreuffe typewerk om hem niet van de honger te laten omkomen. Veel meer dan in Karakter is de deurwaarder hier een nietsontziende killer. Maar hij is ook levensmoe. Waarom hij zijn onechte zoon pest en treitert en van zich afhankelijk maakt, is duidelijk: Dreverhaven hoopt dat zijn zoon hem de verlossende messteek in de rug toedient.
Kortom, van Dreverhaven en Katadreuffe is een heel wat strakker en economischer scenario te maken dan van Karakter. Dat heeft Van Diem geprobeerd en hij heeft ook gebruikgemaakt van het feit dat in 1928 Bordewijks werk karikaturaler was dan tien jaar later. Kijk maar hoe Jan Decleir als Dreverhaven wordt gefilmd, zie hoe Victor Löw als De Gankelaar zijn onderkaak een halve meter naar voren steekt. De strijd tussen vader en zoon laat Van Diem al heel vroeg beginnen: wanneer de kleine Katadreuffe op het politiebureau is beland en als naam 'Dreverhaven' opgeeft, zegt deze, ontboden, de jongen nooit te hebben gezien.
De Avro-versie bevatte in 1971 al een merkwaardig vervolg op de roman. Daar zagen we een sentimentele Dreverhaven verwijlen bij het graf van Joba. Van Diem laat niet alleen de moeder van Katadreuffe sterven, maar bovendien ook zijn vader. Katadreuffe wordt namelijk door een peloton soldaten van zijn bed gelicht en vervolgens op het politiebureau verhoord op verdenking van moord. Men heeft een doodgestoken Dreverhaven gevonden! Het mes uit de novelle heeft gezegevierd op de toga uit de roman? Neen, maar daarover straks.
Maar wat levert dat alles op? Vooral veel wildwest-schietpartijen, vader-en-zoon-handgemeen, barse politiemannen, kinderverkrachtende cipiers en de slechtste rol voor een goede acteur als Jan Decleir. De arme man moet onder andere een door Van Diem bedachte droomscène spelen waarin Dreverhaven naakt, slechts gekleed in zijn deurwaarderspenning, wordt gelyncht. En dat allemaal omdat Van Diem vond dat het medium film zulke ingrepen nu eenmaal vereist.
Hou mij ten goede: voor iemand die 16 jaar is en nooit van Bordewijk heeft gehoord maar wel is geïnteresseerd in liefdesrelaties met communicatieproblemen, en die de geschiedenis en cultuur van het interbellum slechts kent uit kostuum-soaps en thrillers als Dick Tracy, is Karakter een van de aardigste Nederlandse films van de laatste jaren. Fraai camerawerk, hecht scenario, indrukwekkende locaties, goed geluid, adequate muziek en vaak redelijke acteursprestaties.
Maar het is geen verfilming. Al was het alleen maar omdat Van Diem de strekking van Karakter niet heeft begrepen of willen begrijpen. De verteller van de roman vond gewoon dat Katadreuffe tevreden had moeten zijn met zijn baan als kantoorchef bij Stroomkoning en met juffrouw Te George had moeten trouwen en kinderen krijgen. Die hadden dan later advocaat kunnen worden.
Merkwaardig dat Van Diem een aantal sterke, filmische gegevens uit de roman heeft genegeerd. Het geweldige windorgel dat het kaalgeslagen interieur van Dreverhaven vormt, het grote, dure restaurant met de havenbaronnen, Katadreuffes voorkeur voor Sovjetfilms, de rellen ter gelegenheid van de doodstraf voor Sacco en Vanzetti. Hield de regisseur de historische context liever vaag om de aandacht niet te veel van de handeling af te leiden?
Volgens mij vergrootte Van Diem de problemen eerder door de vervlechting van de novelle met de roman dan dat hij ze heeft opgelost. Hij is er dan ook niet in geslaagd het verhaal van de levensmoede geweldenaar en diens slappe, ongezonde bastaard organisch te verbinden met de standenroman Karakter. Eigenlijk kan hij dááraan niet zoveel doen: de schuld ligt al bij Bordewijks slot uit 1928. Dat is onverwacht en onwaarschijnlijk: de slappe zoon wint en doodt zijn vader niet. De lezer had iets anders verwacht: vadermoord gevolgd door zelfverdrinking.
Deze onoverbrugbare tegenstelling versterkt Van Diem nog eens door zijn zelfbedachte slot. Als Katadreuffe uit het politiebureau wordt vrijgelaten, krijgt hij ook het testament van Dreverhaven. Deze laat hem al zijn bezittingen na en ondertekent met 'Vader'. De bioscoopbezoeker onderdrukt hierbij een snik en de vraag of dat testament juridisch wel geldig is. Want wat een happy end: nog maar net advocaat en meteen ook maar miljonair! Een heel ander slot dan F. Bordewijk ooit bedacht: “A sadder and wiser man, he rose the morrow morn.”
Create Your Own Website With JouwWeb